Dit is in het kort de strekking van de vraag die voorlag in een procedure waarin Hof Amsterdam op 18 december 2018 uitspraak deed. Een klant van Rabobank Tilburg had een geldleningsovereenkomst gesloten met een flexibele Euribor rente, en had een renteswap afgesloten om de flexibele rente te fixeren.
Euribor manipulatie en renteswaps
In de jaren 2011 en 2012 werd bekend dat (medewerkers van) een aantal banken waaronder ook Rabobank, de hoogte van de Euribor rente jarenlang hebben gemanipuleerd. Met de financiële crisis en de gevolgen daarvan voor de rente, werd bovendien relevant dat banken op grote schaal renteswap overeenkomsten hebben gesloten. Vaak ging het hierbij om een situatie zoals de onderhavige. De oorspronkelijke geldleningsovereenkomst was gekoppeld aan de flexibele Euriborrente. Ter afdekking van het risico van de stijgende rente, sloot de klant met de bank een overeenkomst waarin werd afgesproken de rente te fixeren op een bepaald percentage. Deze renteswap werd voor een vaste periode (gekoppeld aan de looptijd van de geldlening) afgesloten. Hoewel het product beschermde tegen een stijgende rente, was de keerzijde ervan dat de betreffende ondernemer juist niet zou kunnen profiteren van de gevolgen van een dalende Euribor rente. Toen de financiële crisis uitbrak en de rente daalde, werden ondernemers die hun lening tussentijds moesten aflossen, geconfronteerd met een negatieve restwaarde van de renteswap. Door de vaste looptijd van het contract, dienden zij vaak een grote schuld af te lossen bovenop de geldlening.
Vernietiging van alleen de renteswap vanwege de manipulatie van de rente op de onderliggende geldlening
In de onderhavige zaak speelden dus ook de manipulatie Euribor rente en de renteswap een rol. Eén en één is twee. De manipulatie van de Euribor rente lekte uit. Rabobank heeft hiervoor het boetekleed aangetrokken en onder andere in de Verenigde Staten een schikking getroffen met het Openbaar Ministerie. De klant van Rabobank in deze procedure heeft zich daarop op beroepen op dwaling bij de totstandkoming van de renteswap. Zou hij hebben geweten dat Rabobank fraudeerde bij de bepaling van de Euribor rente, dan zou hij de renteswap overeenkomst niet hebben gesloten. De geldleningsovereenkomst, die nu juist was gekoppeld aan de (met de renteswap gefixeerde) Euribor rente, liet hij echter ongemoeid.
Hof Amsterdam
Toen de rechtbank de vorderingen in eerste aanleg had afgewezen, ging de klant van de Rabobank in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelde dat de renteswap overeenkomst niet kan worden vernietigd op basis van dwaling. Op zichzelf genomen doet de renteswap overeenkomst precies wat hij belooft: hij fixeert de anderszins flexibele rente. Door de onderliggende geldleningsovereenkomst die nu juist wél was gekoppeld aan de Euribor rente, niet te vernietigen, had de klant van Rabobank twee posities ingenomen die met elkaar tegenstrijdig waren. Je kunt – kort gezegd – niet enerzijds stellen dat de manipulatie van de rente de grond moet zijn voor vernietiging van je renteswap, terwijl die zelfde manipulatie je helemaal niets doet in het kader van de geldleningsovereenkomst. Wat deze klant ook kan hebben nagestreefd, is te worden verlost van de hogere gefixeerde rente en zo te kunnen profiteren van de lagere Euribor rente.
Voor dwaling bij totstandkoming van de ene overeenkomst is meer nodig dan fraude (van een ander) bij de vaststelling van de rente op een andere overeenkomst.
Twee vereist soms meer dan één + één
Eén en één is dus niet altijd twee. Voor een geslaagd beroep op dwaling moet de betreffende omstandigheid (manipulatie van de Euribor rente die geldt voor de geldleningsovereenkomst, waarover de bank heeft gezwegen bij de totstandkoming van de overeenkomst) wel van belang zijn geweest voor de totstandkoming van die overeenkomst. Dat was hier (juist) niet het geval omdat de renteswap overeenkomst de effecten van de Euribor rente op de geldleningsovereenkomst neutraliseerde. Zou de klant zowel de geldleningsovereenkomst als de renteswap overeenkomst hebben vernietigd, dan zou hij betere kansen op succes hebben gehad. Daartoe zou hij bijvoorbeeld stellen dat hij de geldleningsovereenkomst nooit onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan als hij had geweten dat de rente werd gemanipuleerd. Vervolgens zou hij dan stellen dat hij de renteswap overeenkomst nooit zou zijn aangegaan als hij had geweten dat de onderliggende geldleningsovereenkomst met Euribor rente beïnvloed werd door manipulatie.
Kennis van frauderende Rabo NL medewerkers toerekenen aan Rabo Tilburg?
In dit geval was verder nog relevant dat Rabobank Tilburg contractspartij was. Haar werd onder andere verweten te hebben gezwegen over de Euribor manipulatie. Het hof oordeelt dat de kennis van enkele medewerkers van Rabobank Nederland niet kan worden toegerekend aan de (toen nog) zelfstandige entiteit van Rabobank Tilburg. Dat oordeel lijkt mij alleen maar juist. Het is al de vraag in hoeverre Rabobank Nederland daadwerkelijk op de hoogte is geweest van de manipulaties van haar medewerkers. De kennis van Rabobank Nederland heeft vervolgens niet in het algemeen te gelden als die van Rabobank Tilburg en kan dus niet zo eenvoudig aan haar worden toegerekend. Dat is met name van belang in het kader van de dwaling die is ontstaan door het zwijgen van de wederpartij over essentiële eigenschappen van de overeenkomst (Euribor manipulatie). Gelukkig is zwijgen waar spreken plicht is, niet altijd een vereiste voor een succesvol beroep op dwaling. Als kan worden vastgesteld dat beide partijen een verkeerde voorstelling van zaken hebben gehad, zonder dat die aan een van hen is te wijten, kan een overeenkomst ook vernietigbaar zijn. Maar in deze procedure strandde de vernietigingspoging al op de verkeerde voorstelling van zaken.
Rieneke Reijnen